Rust is een relatief jonge programmeertaal, maar geniet al een tijdje de voorkeur bij bedrijven als Amazon, Facebook en Google. Zij schrijven hun code (deels) in Rust, en nemen daarbij afscheid van C en C++.

Recent werd duidelijk dat Rust ook bij andere grote spelers meer en meer aan populariteit wint. Dat is onder andere het geval bij Mark Russinovich, CTO bij Microsoft. Op Twitter riep hij op om géén nieuwe projecten meer op te starten in C of C++ omdat deze talen voorbijgestreefd zijn en in plaats daarvan Rust te gebruiken.

Ook Linus Torvalds, bedenker van het besturingssysteem Linux, trok de aandacht van de tech community. Hij liet het nieuws op de wereld los dat C het gezelschap zal krijgen van Rust als ontwikkeltaal in de Linux kernel. En dat is opmerkelijk - zeker als je weet dat het C++ nooit gelukt is om daarin ook als taal gebruikt te worden.

Weer voer voor gesprekken - ook bij ons. Mogen we ons aan een (r)evolutie verwachten? We vroegen het aan Devon Kerkhove, een van onze embedded software developers.

Devon: “Ik volg Mark Russinovich volledig als hij zegt dat C en C++ voorbijgestreefde programmeertalen zijn geworden. Toen ik startte met ontwikkelen, schreef ik mijn code in C. Ik vroeg me al snel af of dit nu écht het beste was dat we na al die jaren softwareontwikkeling ter beschikking hadden. Ik ben mezelf daarom gaan verdiepen in Rust, en 1 ding is zeker: ik ga liever niet meer terug naar C.”

problemen oplossen die we zelf veroorzaakten.

“Rust heeft een steile leercurve. Plots moest ik rekening houden met nieuwe concepten, en in het begin was dat soms frustrerend”, aldus Devon. “Er bestaan gelukkig heel wat best practices die je als developer begeleiden in je leerproces. Ik ben er daarom ook van overtuigd dat (jonge) developers hoe langer hoe meer geneigd zullen zijn om hun code in Rust te schrijven.”

Devon: “Hoe meer ik ermee bezig ben, hoe meer ik besef dat Rust effectief beter is. Om een voorbeeld te geven: bij het ontwikkelen verloor ik in C enorm veel tijd met het integreren van andermans code in die van mij. Dat proces is zelfs zo tijdrovend, dat veel developers het makkelijker vinden om zelf alle code opnieuw te schrijven. En dat kan toch absoluut niet de bedoeling zijn?”

“In C++ verliep dat proces al iets beter, maar het bleef tijd vragen. In Rust kost het me haast letterlijk 2 seconden om bestaande code te integreren in de mijne, omdat alles gestandaardiseerd is. Compileert mijn project zonder foutmeldingen, dan ben ik er 100% zeker van dat de bestaande code vrij is van bugs. Ik ben dus véél productiever.”